Hoe gebruik ik de operator groter dan (>) en gelijk aan (=)?
U kunt de operator groter dan en gelijk aan in Excel gebruiken om een logische voorwaarde te testen.
- Groter dan: >
- Gelijk aan: =
- Groter dan of gelijk aan: ( >= )
En in deze tutorial gaan we naar voorbeelden kijken om dit te begrijpen.
Schrijf een formule met Groter dan of gelijk aan
- Voer = in een cel in om de formule te beginnen.
- Voer de eerste waarde in of verwijs naar de cel.
- Voer in (>=).
- Voer de tweede waarde in of verwijs naar de cel.
- Druk op Enter om het resultaat te krijgen.
Wanneer u de operator groter dan of gelijk aan gebruikt, moet u eerst verwijzen naar de waarde die u wilt testen. In het bovenstaande voorbeeld hebben we er 4 getest, dus daar hebben we eerst naar verwezen.
Alleen groter dan (>)
De groter dan-operator in Excel is wat u gebruikt in uw wiskundige berekeningen. U kunt deze operator invoeren vanaf uw toetsenbord. In het onderstaande voorbeeld kun je zien dat we een voorwaarde hebben om te testen of 4 groter is dan 3, en in het resultaat hebben we WAAR.
En in het resultaat hebben we WAAR, wat betekent dat de voorwaarde WAAR is, 4 is groter dan 3.
Alleen gelijk aan (=)
U kunt een voorwaarde ook alleen testen met het gelijkteken (=). In het onderstaande voorbeeld hebben we dus (=4=3) waarbij we testen of 4 gelijk is aan 3.
In het resultaat hebben we FALSE omdat 4 niet gelijk is aan 3.