Waar en onwaar in excel (booleaanse waarden)

TRUE en FALSE zijn Booleaanse waarden. Beide waarden vertegenwoordigen het resultaat van een voorwaarde. 1 = 1 is bijvoorbeeld WAAR en 1 = 2 is ONWAAR. In beide gevallen hebben we een Booleaanse waarde die u helpt het resultaat te begrijpen. Dit worden ook wel waarheidswaarden genoemd.

In Excel zijn er twee manieren om deze Booleaanse waarden te gebruiken.

  • Je voert ze in een cel in.
  • U krijgt ze overeenkomstig terug.

In de meeste gevallen (wanneer u in Excel werkt) hoeft u ze niet handmatig in een cel in te voeren. En er zijn verschillende andere manieren die u kunt gebruiken om WAAR en ONWAAR in een cel te krijgen.

Opmerking: WAAR en ONWAAR zijn respectievelijk gelijk aan 1 en 0.

Gebruik de functies WAAR en ONWAAR

Je hebt twee specifieke functies in Excel, TRUE en FALSE, om de twee Booleaanse waarden te verkrijgen.

waar of onwaar in Excel

In deze functies hoeft u geen enkel argument in de functie op te geven.

 =TRUE()
=FALSE()

Verkrijg het resultaat door op conditie te testen

Wanneer u een voorwaarde test, is het resultaat altijd TURE of FALSE. En dit zijn de situaties waarin je in Excel veel met WAAR en ONWAAR te maken hebt.

Als u 1 = 1 test, retourneert uw formule WAAR.

formule-retourneert-waar

Maar als u 1=2 test, retourneert uw formule ONWAAR.

formule-retourneert-false

WAAR en ONWAAR zijn de basis voor het uitdrukken van het resultaat van een voorwaarde in Excel. Hoewel de ALS-functie in Excel ook werkt met WAAR en ONWAAR.

waar-en-onwaar-drukken-het-resultaat-van-de-voorwaarde uit

Al het werk van de ALS-functie is gebaseerd op de TRUE- en FALSE-waarden.

Logische operatoren gebruiken

In Excel beschikt u over logische operatoren waarmee u de testvoorwaarden kunt verkrijgen. Deze logische operatoren retourneren ook resultaten in TRUE- en FALSE-waarden.

gebruik logische bewerkingen

Zelfs als we de testwaarden met elkaar testen, krijgen we de uitkomst WAAR of ONWAAR.

TRUE-FALSE naar 1-0 conversie

Er zijn twee manieren om Booleaanse waarden naar 0 en 1 te converteren.

  • Functie N
  • Dubbel minteken
converteren-waar-onwaar

In het bovenstaande voorbeeld hebben we eerst de N-functie gebruikt, daarna het dubbele minteken (–), en beide hebben WAAR en ONWAAR geconverteerd naar 1 en 0.

Van de twee methoden heeft het gebruik van een dubbel minteken weinig voordelen. Als u bijvoorbeeld cellen met WAAR wilt tellen, kunt u dit gebruiken met SUM.

omgezet-waar-en-onwaar-naar-1-en-0

Voeg een reactie toe

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *